Klopt, alleen bij lori's verloopt deze ziekte bij jonge vogels die besmet zijn dat ze uitvliegen als kruipers maar later weer redelijk snel hun vleugelpennen terug krijgen.
Ook de sterfte onder jonge vogels is niet zo groot als bij andere kromsnavels.
Dit gegeven een besmettelijk virus waar de lori's ogenschijnlijk weinig last van hebben kan wel gevolgen hebben voor collecties die gemengd zijn met bijvoorbeeld caiques of agaporniden.
In het verleden werden besmette vogels door lori kwekers geruimd, nu is het wellicht dat steeds meer vogels besmet zijn en het er gewoon bij hoort bij lori's.
Ik moet vaststellen dat ziektes zoals polyoma de laatste jaren niet meer worden waargenomen in de bestanden. Waarschijnlijk zijn deze virus ziekten mee gekomen met importen. Aan gezien dat importen vanuit het wild niet meer gebeurd kan dit een verband hebben.
Mijn laatste mitchell's die het hadden was in 1992 sinds dien niet meer waargenomen.
Maar goed dit spreekt voor mezelf en de liefhebbers die ik ken. Wellicht is het mogelijk dat het in andere bestanden wel heerst.
Een belangrijke marker bij lori's is en was dat vleugelpennen direct na het uitvliegen uitvielen en de jonge vogels na enige daqen erna doodgingen.
Bij grasparkieten overleefde een goed percentage en was dus blijkbaar beter bestand dan lori's tegen deze polyoma virus.
De laatste 5 jaren heb ik niet meer deze ziekte gezien bij andere loriliefhebbers of dit gehoord. Er is dus geen tussenstadium geweest van vleugelpennen eruit en vervolgens dood en hierna vleugelpenner eruit en herstel van de jongen zoals grasparkieten.
Natuurlijk kan ik niet in ieders hok kijken, maar ik heb de laatste jaren geen berichten in de loriwereld gehoord over polyoma.
Ik denk dan ook niet dat dit heeft bijgedragen aan het verdwijnen van zeldzame lori's zoals muschenbroeken.
Gert
De musschenbroekloris zijn inderdaad maar in kleine aantallen meer vertegenwoordigd in onze volières.
Wat mij bijzonder tegen de borst stuit is de gebrekkige wil om samen te werken om zeldzame soorten te behouden.
Meerdere lorisoorten zijn en zullen nog verloren gaan door deze manier van werken.
Kwekers houden te krampachtig vast aan hun laatste exemplaar of gunnen het een ander niet om een koppel te kunnen samenstellen.
Persoonlijk heb ik deze ervaring niet enkel met private kwekers gemaakt, ook met vogelparken.
Er is maar één oplossing, gecontroleerde en systematische samenwerking specifiek op soort tussen verschillende private kwekers en parken.
Daarvoor moet in eerste instantie 'egoisme' uitgeschakeld worden.
Een tweede feit is de gebrekkige kennis van sommige liefhebbers/kwekers en laat het nu lukken dat net zij meestal de soorten bezitten die zich in de gevarenzone bevinden.
Meer en meer worden er nu ook attesten gevraagd ivm polyoma bij verkoop, wat ik persoonlijk een goede zaak vind.
Even de statistieken erbij genomen.
Bij opstart ' European loribreeders ' zijn er 16 koppels geregistreerd geworden.
Ruim 3 jaar later blijven daar nog 8 koppels van over.
Ofwel
1) waren de meeste zeer oude vogels
2) is er niemand in geslaagd ook maar 1 jong te kweken
3) zijn liefhebbers niet 'transparant'
4) onkunde met verlies als gevolg
Het opstarten van een lijst was en is nog altijd een project die alleen maar kan aangemoedigd worden.
Het probleem ligt echter in het feit dat de liefhebbers individueel niets ondernemen.
Van zodra ze zelf terug enkele jaren vooruit kunnen is het voldoende.
Ideaal zou zijn als er per soort die in problemen komt een studiegroep ontstaat die
1) de ideale huisvesting en voeding, tips, kweekverslagen bundelt.
2) iemand de coördinatie en beheer van een stamboek op zich neemt
3) een intensieve opvolging en contact onder elkaar om zo snel mogelijk de juiste paringen te maken
4) geen vogels niet zomaar meer het stamboek kunnen verlaten door 'daar is het financieel interessanter'
5)...
Dit vraagt natuurlijk inspanning en dat is altijd moeilijk te verkrijgen.